Problemen zijn problemen, maar een bestaan als zzp’er gaat ook gepaard met nogal wat beren op de weg. We hebben de grootste misverstanden voor je op een rijtje gezet.

Het leven van een zzp’er gaat gelukkig vaak over rozen, maar je kunt ook tegen problemen aanlopen. Althans – dat proberen veel mensen je wijs te maken.

Waarschijnlijk weet je het nog wat van toen je net begon als zelfstandige. Van alle kanten kreeg je (ongevraagd) advies. Eigenlijk kon je het ook helemaal geen advies noemen, omdat je vooral onzin kreeg voorgeschoteld. Jammer, want zo slecht is het leven van een zzp’er niet. 

Natúúrlijk moet je je ogen niet sluiten voor bepaalde zaken, maar vrijwel alles kan opgelost worden. De volgende problemen, die eigenlijk dus geen problemen zijn, zijn hier goede voorbeelden van.

1. Je kunt geen hypotheek krijgen

Misverstand nummer één is dat je als zzp’er geen hypotheek kunt krijgen. Dat kan namelijk wel. Natuurlijk moet je aan de nodige voorwaarden voldoen, maar dat hebben mensen die in loondienst werken ook.

Als zzp’er moet je cijfers kunnen overleggen. En er zijn genoeg kredietverstrekkers die alleen de cijfers over het laatste jaar hoeven te zien – en niet van drie jaar. Dit maakt het ook voor startende ondernemers mogelijk om te lenen. 

Je doet er daarbij goed aan om voor een specialist in hypotheken voor ondernemers te kiezen, zoals Van Lanschot. Niet alleen vanwege het beste advies, maar ook omdat de mogelijkheden net wat groter zijn.

2. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet te betalen

Zzp’ers zijn niet verzekerd – in tegenstelling tot mensen die in loondienst werken. Als je een week griep hebt, verdien je ook niks. 

Dat is nog wel te doen, maar wat als je je been breekt of een burn-out krijgt? Dan kun je misschien maandenlang niet werken. Er zijn arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, maar die kosten kunnen behoorlijk oplopen.

Een mooi alternatief is een broodfonds. In dit fonds zitten ondernemers die elke maand een vast bedrag storten. Er doen twintig tot vijftig ondernemers mee. Zodra een van de deelnemers langdurig ziek is, krijgt deze persoon een uitkering uit het broodfonds. Deelname is een stuk goedkoper dan een verzekering – en het is ook nog eens goed voor je netwerk.

3. Je kunt niet op vakantie

Je krijgt als zzp’er geen vakantiegeld. Dat betekent dat je niets verdient wanneer je op vakantie gaat. Het betekent niet dat je dan ook niet op vakantie kunt gaan. Dit heb je namelijk helemaal zelf in de hand.

Wanneer de financiële gevolgen van een weekje vakantie te groot zijn, gaat er iets niet goed. Of je tarief is te laag – of je hebt te weinig opdrachten.

4. De administratie kost te veel tijd

Ook dit valt reuze mee. Er zijn twee mogelijkheden om tijd te besparen. Optie één is uitbesteden. Dat kost je wat, maar je bent er wel meteen van af. 

De gratis optie is iedere dag een stukje administratie doen – of aan het einde van de week. Zo hoef je op de laatste dag van de maand geen grote inhaalslag te maken.

5. Het is eenzaam

Natuurlijk: met twintig collega’s om je heen gebeurt er meer. Als zzp’er kun je echter ook voor gezelschap zorgen. Huur bijvoorbeeld twee dagen per week een werkplek. Je zit dan tussen andere zelfstandigen, die je misschien op termijn ook nog wat gaan opleveren.