Woon je een béétje in de buurt van je werk? Dan is de fiets een alleszins redelijk alternatief op de auto of het openbaar vervoer. Het is efficiënt, je pikt op weg naar je werk, of juist naar huis, de nodige frisse lucht mee én – ook niet onbelangrijk: het is voordelig. Zeker na de wetswijzigingen die de Nederlandse regering op 1 januari 2020 doorvoerde. Wat die precies inhouden? We leggen het hieronder aan je uit. In klip en klare taal.
Om te starten: wat is een fiets van de zaak?
De term fiets van de zaak kunnen we eigenlijk onmogelijk nóg makkelijker aan je uitleggen. Het is een fiets. En die koop je voordeliger, omdat je werk hebt. Dat kan werk in loondienst zijn, maar ook werk uit je bestaan als zzp’er. Is het zo duidelijk? Mooi.
Nou – niet helemaal, eigenlijk. Want een fiets is allang niet meer zo’n standaard Batavus of Gazelle. Je hebt ook elektrische fietsen…
Goed punt. De fietsregeling geldt voor reguliere fietsen, maar ook voor elektrische varianten en de zogenoemde speed-pedelecs. Dat zijn elektrische fietsen die harder dan 45 kilometer per uur kunnen.
Ah, op die manier. En wat is dan precies de fietsregeling voor een fiets van de zaak?
De regeling fiets van de zaak is in het leven geroepen omdat je een fiets niet altijd voor privégebruik koopt. Je kunt hem ook gebruiken voor je woon- en werkverkeer. Je kunt hem ook alléén gebruiken voor je woon- en werkverkeer. In dat geval is het eigenlijk logisch dat je werkgever op z’n minst bijdraagt aan de kosten van zo’n fiets. Daar zorgt de regeling fiets van de zaak voor.
En dat niet alleen. De fietsregeling zorgt er ook voor dat de werkgever meebetaalt aan de kosten voor het onderhoud en eventuele reparaties. Wel zo handig, toch?
Helemaal niet. Ik ben namelijk zzp’er! Wat heb ik nou aan die fietsregeling?
Oh – je bent zzp’er? Niet getreurd. Ook jij kunt profiteren van de regeling, al ziet hij er wel ietsje anders uit. Je hebt tenslotte geen werkgever die dit soort kosten voor je vergoedt. En je kunt het wel bij je opdrachtgevers neerleggen, maar de kans is dan groot dat ze je vierkant uitlachen.
Wat wél mogelijk is, is dat je de fiets niet van, maar op de zaak koopt. Je betaalt hem dan van je zakelijke rekening, waarna je de btw mag aftrekken Omdat de fiets ook een investering in je bedrijf is, mag je de betaalde btw ook aftrekken als voorbelasting. Je schrijft hem dan over meerdere jaren af. Datzelfde geldt overigens ook voor de kosten die je maakt voor het onderhoud en mogelijke reparaties.
Nu is het helder. Ik hoor echter ook weleens mensen over bijtelling. Wat houdt dat dan precies in en hoe is dat van toepassing op mijn fiets van de zaak?
Ja – bijtelling is inderdaad nog wel even een dingetje. We doen hieronder ons best het uit te leggen aan de hand van het meest bekende voorbeeld van bijtelling: de auto.
Sommige ondernemers, maar ook sommige werknemers, rijden in een auto van de zaak. Die wagen wordt dan gebruikt voor vervoer dat is gerelateerd aan je werk. Ritjes naar kantoor, bijvoorbeeld. Of tochtjes naar klanten.
Het is dan meestal zo dat de auto niet alleen wordt gebruikt voor zakelijk verkeer. Hij staat tenslotte voor de deur en dus is de kans groot dat je hem uit gemak ook gebruikt voor (kleine) privédoeleinden. Een rit naar de supermarkt, bijvoorbeeld. En daarvoor is het begrip bijtelling in het leven geroepen.
Gebruik je jouw bedrijfsauto voor meer dan vijfhonderd kilometer aan persoonlijke ritten? Dan ziet de Belastingdienst het als loon. Loon in natura, om precies te zijn. En over loon moet je nu eenmaal belasting betalen.
In dit geval wordt er in plaats van concrete belasting gesproken over bijtelling. De hoeveelheid daarvan? Die hangt af van de auto in kwestie. Het gaat namelijk om een percentage van de cataloguswaarde van het voertuig waarin je rijdt. Dat percentage wordt dan vervolgens bij je belastbare inkomen opgeteld.
Voor de fiets van de zaak werkt dit eigenlijk precies hetzelfde. Je laat je werkgever, als je in loondienst bent, opdraaien voor de kosten van de fiets óf je koopt de fiets, als je zzp’er bent, op de zaak. In beide gevallen zeg je daarmee indirect dat ‘ie hoofdzakelijk is bedoeld voor werkgerelateerde fietstochten.
‘En dus kan ik hem best een keertje gebruiken voor een trip naar de supermarkt, maar niet te vaak, want dan betaal ik meer belasting. Net als bij een auto, toch?’ Nou – niet helemaal. Dat is namelijk waar de Rijksoverheid onlangs verandering in heeft gebracht. Die vonden het wel erg lastig en omslachtig om mensen te vragen hun fietsritten bij te houden.
En daarom heeft de regering de fiscale regeling voor de fiets van de zaak per 1 januari 2020 veranderd. Werknemers in loondienst én ondernemers met een eigen zaak mogen hun werkfiets nu ook gebruiken voor tochten door de duinen, de kinderen naar school brengen en ritjes naar de plaatselijke warme bakker. In alle gevallen betalen ze één percentage aan bijtelling: 7%.
Dus voor de duidelijkheid: ik mag mijn fiets van de zaak onbeperkt gebruiken voor privédoeleinden tegenover één bedrag?
Ja, dat klopt. Je betaalt ongeacht de hoeveelheid gefietste kilometers, een bijtelling van 7% over de consumentenadviesprijs van de fiets.
Voorbeeldje: jij of je werkgever koopt een fiets met een consumentenadviesprijs van €1000. Daarover betaal je dan een bijtelling van €70, want dat is 7% van de consumentenadviesprijs. Wat dat precies betekent voor de totale belasting die je moet betalen, hangt weer af van je inkomen per jaar. Dit bedrag is doorgaans echter niet hoog en varieert, afhankelijk van de fiets, van €5 tot €10 per maand.
Dit principe geldt overigens voor de fiets zelf, maar ook voor eventuele accessoires, zoals fietsverlichting en zadelhoezen.
Ik snap nu hoe het werkt, maar eh – waarom zou ik eigenlijk een fiets van de zaak willen?
Een fiets van de zaak heeft flink wat voordelen. Je draagt bijvoorbeeld direct bij aan een schoner milieu doordat je de auto vaker laat staan. En als je werkgever zichzelf daarvoor heeft verzekerd, geniet je ook nog voordelen als service, onderhoud en hulp bij pech onderweg. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is dat echt niet alleen voorbestemd voor automobilisten.
Maar het belangrijkste voordeel van allemaal is natuurlijk dat het financieel erg aantrekkelijk is, vooral wanneer je in loondienst bent. Je kunt bijvoorbeeld voor weinig geld een toch vrij prijzige elektrische fiets aanschaffen die je ook gewoon privé mag gebruiken. Onbeperkt!
En waarom zou mijn werkgever mij dit gunnen?
Een fiets van de zaak heeft ook voor hem of haar behoorlijk wat voordelen. Om opnieuw te beginnen met het milieu: veel bedrijven hebben inmiddels allerlei duurzaamheidsdoelstellingen. Een (elektrische) fiets van de zaak is schoner dan een auto en past dus perfect in dat groene plaatje. En natúúrlijk spelen de financiën ook voor een werkgever een belangrijke rol. Zeg nou zelf: wat is voordeliger om aan te schaffen voor je personeel – een complete auto of een fiets?
Zijn er eigenlijk ook nog nadelen?
Er is altijd een keerzijde. Je kunt bijvoorbeeld je reiskostenvergoeding kwijtraken. Of de vaste kilometervergoeding, waar je stiekem best wel aan gewend was. Het zijn voors en tegens die iedereen voor zichzelf tegen elkaar moet afwegen.
Ik weet nu alles over de fiets van de zaak en de bijbehorende regelingen. Ik wil alleen nog weten: zijn er ook nog alternatieven, behalve het nemen van een auto?
Die zijn er zeker. Werkgevers kunnen de fiets van de zaak op allerlei mogelijke manieren vormgeven.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de fiets ter beschikking te stellen. Dat houdt in dat de werkgever de eigenaar van de fiets blijft – in plaats van de werknemer. Het voordeel daarvan is dat de werkgever 21 procent btw van de fiets mag aftrekken. Dat is toch een aanzienlijke korting. Bovendien merkt de werknemer er verder weinig van, want voor de rest zijn dezelfde regels van kracht, inclusief het onbeperkte aantal kilometers voor privégebruik.
Een andere mogelijkheid is de zogenoemde verstrekking van een fiets van de zaak. Hier merkt de werknemer wél iets van, daar waar de fiets wordt betaald vanuit de werkkostenregeling. De kosten die de (aanschaf van de) fiets met zich meebrengt, worden dan niet meer belast met loonheffing. Hierdoor blijft er simpelweg meer geld over. Bovendien hoeft de werknemer dan niet te vrezen voor verlies van de reiskostenvergoeding bij het inleveren van de bedrijfswagen, want hij of zij kan hiermee alsnog een (onbelaste) vergoeding van maximaal 23 cent per kilometer krijgen. De werknemer wordt eveneens de eigenaar van de nieuwe fiets.
Let als werkgever wel op dat het bedrag voor de fiets niet boven de zogenoemde vrije ruimte van de werkkostenregeling mag komen. Als dat wél gebeurt, wordt de waarde van de fiets alsnog bijgeteld bij het belastbare loon. Dat houdt weer in dat de werknemer alsnog loonheffing betaalt.
Een laatste optie is het aanschaffen van een fiets van de zaak door middel van een lening. In dat geval krijgt de werknemer een renteloze lening. Die mag hij of zij dan gebruiken voor de aanschaf van de fiets. Die lening moet natuurlijk worden terugbetaald, maar daar heeft de werknemer geen erg in: dat gebeurt vanuit de onbelaste kilometervergoeding die hij of zij dan niet ontvangt.
0 reacties