Het kabinet stuurde op 7 juli 2025 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer dat zzp’ers met een uurtarief onder de grens van €36 een sterkere positie doet krijgen. Werk je onder dit uurloon? Dan kan je je kwalificeren als werknemer. Zo heb je ook recht op arbeidsrechtelijke bescherming zoals ontslagbescherming, ziekte- en zwangerschapsverlof en een inkomensvangnet.

Het rechtsvermoeden op basis van tarief

In de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) staat dat iemand meestal als werknemer wordt gezien als diegene minder dan €36 per uur verdient. Alleen als de opdrachtgever kan bewijzen dat de persoon echt als zelfstandige werkt, geldt dat niet. De opdrachtgever moet dus aantonen dat het om een zelfstandige gaat, niet de zelfstandige zelf.

Ook deze criteria tellen mee

Naast het uurtarief gelden er nog andere criteria. Stuurt een opdrachtgever je als zzp’er aan? Loop je geen ondernemersrisico en werf je als zzp’er zelf klanten aan, zoals een echte ondernemer? Deze punten helpen om te bepalen of iemand echt zelfstandig werkt of eigenlijk een werknemer is.

Wat met sociale zekerheid?

Val je uiteindelijk onder het werknemerschap, dan krijg je recht op wettelijke voorzieningen zoals loondoorbetaling bij ziekte, werkloosheidsuitkering en ontslagbescherming. Voor werknemers in verwachting geldt bovendien recht op zwangerschapsverlof.

Schatting: 200.000 zzp’ers als risicogroep

Het ministerie schat dat in 2024 ongeveer 200.000 zzp’ers mogelijk in de categorie ‘schijnzelfstandigheid’ vallen, omdat ze wel werken als werknemer maar geen rechten hebben. Het totaal aantal zzp’ers bedroeg in dat jaar circa 1,3 miljoen.

Politiek debat

De wet kan ten vroegste ingaan op 1 juli 2026, maar eerst moeten de Tweede en Eerste Kamer akkoord gaan. Een aantal partijen (VVD, D66, CDA, SGP) hadden bezwaren en stelden eigen criteria op. Of het kabinet erin slaagt draagvlak te vinden, blijft onzeker.

Waarom staakt het kabinet hier extra aandacht?

Schijnzelfstandigheid zorgt voor problemen in de samenleving. Het leidt tot oneerlijke concurrentie, te weinig bescherming voor de zzp’er en mogelijk te lage kosten voor de opdrachtgever. De wet wil dit voorkomen door duidelijke regels te maken, om misbruik tegen te gaan en echte zelfstandigen te beschermen.