Het aantal zelfstandigen zonder personeel, zzp’ers, neemt snel af in de zorgsector. Voornamelijk in de kinderopvang en thuiszorg zijn er scherpe dalingen. Volgens de nieuwste cijfers van de Kamer van Koophandel (KvK) daalde het aantal zelfstandigen in de kinderopvang in enkele maanden met 10 procent, terwijl de thuiszorg bijna 8 procent minder zzp’ers telt. Ook ziekenhuizen zien het aantal zelfstandigen teruglopen.

Strengere regels schijnzelfstandigheid

De belangrijkste oorzaak ligt bij de aangescherpte controles van de Belastingdienst sinds januari 2025. Zij zien strenger toe op schijnzelfstandigheid. Dit zijn situaties waarin een zzp’er in de praktijk als werknemer in loondienst werkt. Opdrachtgevers lopen bij onjuiste constructies het risico op naheffingen en boetes. Veel zorginstellingen en kinderopvangorganisaties kiezen er daarom voor om minder zelfstandigen in te huren en vaker personeel in loondienst te nemen.

Verschillen tussen zorgbranches

Niet alle zorgsectoren worden geraakt. Zelfstandige fysiotherapeuten met een eigen praktijk ondervinden nauwelijks problemen. Zij kunnen hun ondernemerschap vaak duidelijk aantonen. In de thuiszorg, kinderopvang en ziekenhuizen daarentegen werken traditioneel veel flexibele krachten, waardoor de kans op discussies met de Belastingdienst groter is. Hier is de daling van het aantal zzp’ers dan ook het meest zichtbaar.

Groeiende verschuiving naar loondienst

Een aanzienlijk deel van de zelfstandigen die stopt, maakt de overstap naar een vast dienstverband. Onderzoek van Intelligence Group laat zien dat in het eerste kwartaal van 2025 ruim 68.000 zzp’ers terugkeerden naar loondienst. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van eind 2024. Anderen laten zich inhuren via een uitzendbureau of kiezen voor tijdelijke contracten. Slechts een kleine groep verlaat de zorg volledig.

Wat zijn de gevolgen voor zorg en kinderopvang?

De verschuiving heeft grote gevolgen voor de sector. Zowel zorginstellingen als kinderopvangorganisaties kampen al jaren met personeelstekorten. Minder inzet van zzp’ers leidt tot hogere werkdruk voor vaste medewerkers en kan roosters onder druk zetten. Dat zorgt voor onzekerheid, zeker nu de vraag naar zorg en opvang onverminderd hoog blijft. Volgens de Belastingdienst zijn de regels bedoeld om eerlijkere arbeidsverhoudingen te stimuleren, maar in praktijk dreigt een nieuwe knelpuntenmarkt te ontstaan.

Wat voor 2026?

Volgens arbeidsmarktdeskundigen is 2025 een overgangsjaar. Vanaf 2026 verwachten zij dat de druk op de zorg en kinderopvang verder toeneemt. Instellingen zullen namelijk meer zelfstandigen proberen vast te leggen in loondienst. Tegelijkertijd hechten veel zzp’ers juist sterk aan hun autonomie en flexibiliteit. Werkgevers zullen daarom contractvormen moeten ontwikkelen die zelfstandigheid en zekerheid combineren. Voor veel professionals geldt dat zij zullen moeten meebewegen met deze veranderende arbeidsmarkt. Indien niet, riskeren deze zzp’ers om minder ingezet te worden.