Een bedrijf starten is voor veel mensen met ondernemingsdrang een absolute droom. Heb je jouw organisatie eenmaal van de grond gekregen. Dan is de kans niet heel groot dat je deze binnen afzienbare tijd weer loslaat. Voor veel bedrijfseigenaren is het toch een soort kindje – even heel cliché gezegd. Toch bestaat er natuurlijk altijd een kans dat je zegt – en nu is het mooi geweest. Een potentiële verkoop komt dan om de hoek kijken. De vraag die dan overblijft: hoe weet ik wat ik voor mijn onderneming kan vragen? We leggen je hieronder in het kort uit hoe zoiets in zijn werking gaat.

Redenen voor de verkoop van een bedrijf lopen uiteen. Sommige organisaties draaien simpelweg niet zo lekker – tot er een potentiële koper langskomt die denkt dat hij jouw problemen wel kan fixen. Andere bedrijfseigenaren naderen simpelweg hun pensioen en willen hun onderneming graag overdragen aan iemand die de leiding – in hun ogen – geschikt kan overnemen. 

Er zijn genoeg redenen voor een dergelijke transactie te bedenken, maar tenzij je jouw bedrijf cadeau wil doen, komt daar altijd een kostenplaatje bij kijken.

Waarde berekenen

Om te beginnen, zijn er grofweg twee manieren waarop je de waarde van jouw bedrijf kunt berekenen. We noemen deze de Discounted Cash Flow-methode (of simpelweg DCF-methode) en de verbeterde rentabiliteitswaardemethode.

Tip: heb je moeite met dergelijke berekeningen? Dan is het raadzaam een boekhouder te vinden die je hierbij kan helpen.

Discounted Cash Flow-methode

De DCF-methode bepaalt de bedrijfswaarde van jouw organisatie op basis van de toekomstige verdiensten. Met andere woorden: de werkwijze kijkt naar wat de koper, en dus de aankomend eigenaar, met jouw bedrijf kan binnenharken.

Dat gebeurt op basis van het eigen en het vreemd vermogen van het bedrijf – en het is géén gemakkelijke klus. Het gaat gepaard met veel analyses, waarbij wordt gekeken naar je balans, maar ook je ontwikkeling in de voorgaande jaren. Niemand wil tenslotte een bedrijf kopen dat zich in het verleden niet heeft bewezen.

Andere elementen die tijdens de DCF-methode voorbijkomen, zijn de sterke en zwakke punten van de onderneming, de branche waarin je bedrijf actief is en – als daar sprake van is – de medewerkers. De meest ervaren werkkrachten kunnen namelijk best iets zinnigs zeggen over de voortgang van de organisatie.

Verbeterde rentabiliteitswaardemethode

De verbeterde rentabiliteitswaardemethode verschilt in wezen niet zo gek veel van de DCF-methode. Ook hier wordt gekeken naar eventuele winsten bij de voorzetting van de bedrijfsactiviteiten. Dat gebeurt hier echter op basis van de gemiddelde en genormaliseerde winsten uit de voorgaande jaren. Vervolgens plaatst men daar het door de klant gewenste rendement op het eigen vermogen tegenover.

Klinkt het wat warrig? Bekijk het dan zo: jij behaalt al vijf jaar lang €50.000 winst per jaar met je onderneming. Een potentiële koper wil binnen vijf jaar zijn of haar kosten voor jouw onderneming hebben terugverdiend. Dat bepaalt de waarde van je bedrijf op €250.000.

Specialisten inschakelen

We presenteren deze methodes nu een béétje kort door de bocht, maar in werkelijkheid gaan daar allerlei lastige berekeningen aan vooraf. Veel bedrijven die op zoek zijn naar een koper schakelen daarom een expert op dit gebied in. Een goede, derde partij is daarbij niet alleen in staat om je bedrijfswaarde te bepalen, maar ondersteunt je ook tijdens het hele proces van overname. Tenslotte is Verkoop A iets heel anders dan Verkoop B. Sommige (ex-)eigenaren doen de organisatie direct van de hand, waar anderen juist eerst nog drie jaar in het bedrijf willen blijven werken – een zogenoemde pre-exit-strategie.

Kortom: het inschakelen van een specialist is raadzaam, mocht je daadwerkelijk plannen hebben om je bedrijf te verkopen.