ING klanten betalen vanaf 1 oktober 2020 een negatieve rente over hun saldo hoger dan €250.000. Ook Rabobank meldt deze week een negatieve rente in rekening te gaan brengen bij banktegoeden hoger dan €250.000 – in plaats van de tot voor kort gebruikelijke €1.000.000.
De bank volgt het voorbeeld van de ING en verlaagt het grensbedrag eveneens van €1.000.000 naar €250.000. Het rentepercentage blijft daarbij ongewijzigd: -0,5%. De wijziging bij Rabobank gaat op 1 januari 2021 in.
Gaat dat je – van de ene op de andere dag – ineens flink wat geld kosten? Nou – dat valt wel mee. De meeste particuliere en zakelijke klanten hebben geen bedrag van €250.000 op hun rekening staan. Op hen hebben de wijzigingen sowieso weinig invloed.
Rabobank geeft in een interview met het Financieel Dagblad aan dat deze wijziging effect gaat hebben op 1,3% van hun klanten.
ZZP’ers hebben gemiddeld een hoger tegoed op hun zakelijke rekening dan particulieren. De oorzaak daarvan is dat zzp’ers vaak geen pensioen opbouwen, maar extra sparen of een grotere buffer aanhouden.
Hoe gaan andere banken daarmee om?
Rabobank en ING zijn slechts de eerste banken die zich aan een verlaging van het grensbedrag hebben gewaagd. Verwacht wordt dat andere grote spelers gaan volgen. Op dit moment (oktober 2020) brengen banken onderstaande rentebedragen en -percentages in rekening:
ABN AMRO
Grensbedrag: €2.500.000
Rentepercentage: -0,5%
ASN Bank
Grensbedrag: €1.000.000
Rentepercentage: -0,5%
bunq
Grensbedrag: €100.000
Rentebedrag: 3 cent per €100
ING
Grensbedrag: €250.000
Rentepercentage: -0,5%
Rabobank
Grensbedrag: €250.000
Rentepercentage: -0,5%
Triodos
Grensbedrag: €100.000
Rentepercentage: -0,5%
Van Lanschot
Grensbedrag: €2.500.000 of €5.000.000
Rentepercentage: -0,2% of -0,4%
Knab, de populairste bank onder zzp’ers rekent nog geen negatieve rente.
Negatieve rente ontwijken
Heb je een banksaldo hoger dan €250.000? Dan loont het om je spaargeld te verspreiden over verschillende banken. Zo zorg ervoor dat je saldo bij beide (of meerdere) banken onder het grensbedrag blijft, zodat je geen negatieve rente betaalt.
Europese Centrale Bank
De grote boosdoener van dit alles? Dat lijkt de Europese Centrale Bank (ECB) te zijn. Spaargeld is namelijk, onder normale omstandigheden, een behoorlijke bron van inkomsten voor banken en andere kredietverstrekkers. Maar de ECB wil niet dat mensen gaan sparen. Niet te veel, althans. Uitgeven is namelijk beter voor de Europese economie. Daarom zijn banken verplicht om het geld bij hen te stallen, zodra het geld niet kan worden weggezet. En je voelt hem al aankomen: daar moeten de banken zelf ook voor betalen. De rente daarvoor is eveneens -0,5%.
De situatie noopt banken ertoe de lat voor het in rekening brengen van negatieve rente te verlagen, zoals de Rabobank nu dus heeft gedaan. Daarmee wordt sparen, geheel in lijn met de wens van de ECB, ietwat ontmoedigd.
